Van straatarm tot steenrijk

Nederland is een rijk land. Toch leven ook hier mensen in armoede. Hoe zit dat?

In WHY Stories thema Arm & rijk, ontwikkeld door Creathlon in samenwerking met SKB, verkennen leerlingen dit vraagstuk aan de hand van herkenbare verhalen. In dit artikel geven we een inkijkje in één van de lessen uit het magazine: Van straatarm tot steenrijk. In dit artikel lichten de bijbehorende story ‘Is Kevin… arm?’ uit en laten zien hoe deze wordt ingezet om kansengelijkheid en armoede bespreekbaar te maken in de klas.

Is Kevin... arm?

Amir en Kevin werken een paar keer per week samen aan hun huiswerk, bij Amir thuis. Als ze samen zijn, lukt het beter om zich niet door hun telefoon te laten afleiden, en bovendien is Amir goed in wiskunde en Kevin in talen – zo kunnen ze elkaar goed helpen. Dat gaat al een hele tijd zo, als Amir ineens aan Kevin vraagt: ‘Zullen we overmorgen eens naar jouw huis gaan?’ Kevin kijkt een beetje geschrokken en mompelt dat dat niet zo goed uitkomt, omdat zijn broertjes en zusjes de hele tijd herrie maken. ‘Maar dan gaan we toch gewoon op jouw kamer zitten?’ vraagt Amir. Kevin kijkt Amir niet aan en zijn stem klinkt ineens scherp. ‘Ik heb helemaal geen eigen kamer. Mijn huiswerk maak ik meestal in de keuken. Snap je nu dat ik liever hier kom?’ Het is even stil. Amir begrijpt ineens waarom Kevin op zo’n oude, irritant trage laptop werkt en awkward grapjes maakt over zijn bejaarde telefoon. En dat hij laatst ineens ziek was op de dag van het schoolfeest, zou dat…? ‘Eh… sorry,’ zegt Amir. Kevin haalt zijn schouders op. ‘Geeft niet. Kom op, we moeten Engels nog afmaken.’ Maar Amir is er met zijn hoofd niet meer bij. Is Kevin… arm?

 

Nederland is een rijk land. Veel mensen hebben het goed, sommige zijn rijk. Maar er zijn ook mensen die in armoede leven. Hoe is die verdeling in Nederland? Wanneer ben je eigenlijk arm en wanneer rijk? Kun je dat aan de bankrekening zien? En is rijk willen worden een goed idee?

Armoede? In Nederland?

Veel mensen kunnen zich maar moeilijk voorstellen dat er in een land als Nederland arme mensen zijn. Ze staan er al helemaal niet bij stil dat dat mensen kunnen zijn die zij kennen. Mensen die zelf arm zijn, weten maar al te goed wat het betekent om niet genoeg geld te hebben. Maar meestal hebben ze het daar liever niet over, net als Kevin in de story.

 

Onder of boven de grens

Wanneer ben je in Nederland arm? Om dat te bepalen, hebben drie or- ganisaties die cijfers over Nederland en de Nederlanders verzamelen, een armoedegrens vastgesteld. Dat is het bedrag dat je minimaal nodig hebt om rond te kunnen komen. Als je minder dan dat bedrag binnenkrijgt, zit je onder de armoedegrens en ben je dus arm. Dan houd je na het beta- len van je vaste lasten, zoals de huur en de energierekening, te weinig over voor eten en drinken, kleding en andere dingen die je echt nodig hebt.

Het huishoud­ boekje

Om niet arm te zijn, heb je meer nodig dan eten en drinken, een dak boven je hoofd en een kachel die brandt. Je moet ook de dingen kunnen betalen die noodzakelijk zijn om mee te doen in de samenleving, zoals een internetabonnement. Je hebt ook een beetje spaargeld nodig om niet direct in de problemen te komen als bijvoorbeeld de wasmachine stukgaat. Dan kan je die tenminste vervangen. Hoeveel euro’s je elke maand moet hebben om te kunnen betalen wat je écht nodig hebt, hangt af van je situatie. Als je alleen woont, heb je minder kosten dan met een gezin. Zijn er in een gezin twee ouders die geld verdienen, dan komt er (meestal) meer geld binnen dan bij een alleenstaande moeder of vader. Is het huis waar je in woont goed geïsoleerd, dan ben je minder geld kwijt aan gas en elektriciteit dan in een oud, tochtig huis.

Ieder zijn eigen armoedegrens

Omdat de situaties zo verschillend zijn, zijn er wel 35 armoedegrenzen. Voor iemand die alleen woont, is de armoedegrens 1510 euro per maand (bij een huur van 590 euro en een energierekening van 145 euro). Bij een gezin met twee ouders en twee puberkinderen moet er elke maand minstens 2910 euro binnenkomen. Als er in zo’n gezin maar één ouder is, is dat bedrag 2500 euro. Deze bedragen zijn netto, dus na aftrek van belastingen.

Een baan en toch arm

In Nederland zitten 540.000 mensen onder een van die grenzen en zijn dus arm. Dat is ruim 3 procent van alle Nederlanders. Een derde van hen is al langere tijd arm. Maar liefst 115.000 kinderen groeien op in armoede. Er zijn ook nog 1,2 miljoen mensen die net boven de armoede- grens zitten. Dan heb je het niet veel beter dan de mensen die ‘officieel’ arm zijn. Meer dan 40 procent van de armen heeft betaald werk. Zij werken zelfstandig of hebben banen waarmee ze heel weinig verdienen. Doordat ze werk hebben, hebben ze geen recht op bepaalde toeslagen. Bij de gemeente zijn ze vaak niet in beeld, omdat ze geen uitkering krijgen of hulp om uit de armoede te komen. Dat noemen we verborgen armoede.

Arm of rijk: het maakt uit waar je woont

Van alle Nederlanders is ruim 3 procent arm. In de grote steden ligt dat percentage een stuk hoger dan in kleinere plaatsen.

In Amsterdam is 6,6 procent van de bewoners arm, en ook in Vaals (Zuid-Limburg), Rotterdam en Den Haag ligt het percentage armen boven de 6 procent. In de grote steden heb je dan ook grote verschillen in welvaart tussen wijken. Voor negentien wijken zoals Heerlen- Noord, Arnhem-Oost en Dordrecht-West zijn er nationale programma’s. Dat zijn speciale programma’s’ om armoede en problemen die daarbij horen op te lossen.

Rijkdomsgrens?

Cijfers zeggen natuurlijk wel wat, maar lang niet alles. Ze laten globaal zien hoe het probleem van armoede eruitziet, maar kunnen niet bepalen wie er precies arm zijn en wie niet. Waar de armoedegrens ligt, hangt
af van de manier waarop armoede gemeten wordt. En die armoedegrens kan ook verschuiven. Als het gaat om rijkdom, bestaat er helemaal geen grens. Noem je iemand rijk, dan vergelijk je diegene met jezelf of met anderen.

10 procent

Als we het over rijkdom hebben, gaat het niet alleen over het inkomen dat mensen verdienen met hun werk, maar vooral over het vermogen van mensen. Dat zijn al hun bezittingen, zoals een koophuis, een bedrijf, spaargeld en beleggingen. Je kunt niet ‘officieel’ bepalen hoeveel vermogen iemand moet hebben om rijk te zijn. Je kunt wel iets zeggen over de verdeling ervan. In Nederland bezit 10 procent van de mensen meer dan de helft (56 procent) van het totale vermogen: 1,5 biljoen euro. De armste 10 procent heeft een negatief vermogen, oftewel schulden. Het verschil tussen arm en rijk wordt steeds groter, doordat vermogen al jaren meer oplevert dan geld verdienen met een baan. (Bron: CBS, SCP, Nibud)

Rijk worden: doel of middel?

Bijna de helft van de jongeren van 16 tot 19 jaar zegt dat rijk worden een van de doelen in hun leven is, blijkt uit een onderzoek van Wijzer in geldzaken. De Griekse filosoof Aristoteles zou zijn wijze hoofd schudden. Het hoogste doel van het leven is volgens hem een goed leven leiden. Wie erop uit is om zo rijk mogelijk te worden, zal dat nooit bereiken, want de mens zit nu eenmaal zo in elkaar dat hij altijd maar meer wil. Wie rijkdom als doel heeft, zal dus nooit tevreden zijn. Je goede eigenschappen kun je het best ontwikkelen als je niet te rijk, maar ook niet arm bent. Vindt Aristoteles.

Greed is good!

In de film Wall Street uit 1987 houdt de zakenman Gordon Gekko, gespeeld door Michael Douglas, een beroemd geworden toespraak. Daarin zegt hij: ‘Greed is good.’ (Hebzucht is goed). Volgens hem heeft de mens zich alleen kunnen ontwikkelen door zijn zucht naar geld. Zijn uitspraak laat goed zien hoe westerse samenlevingen zijn veranderd sinds de jaren 80. Hebzucht wordt niet langer gezien als een zonde, zoals in het christendom en andere religies, maar als een goe de eigenschap van mensen en bedrijven. De overheid moet burgers en bedrijven daarbij zo min mogelijk in de weg staan. De samenleving ontwikkelt zich het best als iedereen op de vrije markt streeft naar zo veel mogelijk rijkdom voor zichzelf, is de belangrijkste gedachte van het neoliberalisme. Dat is de stroming die overal in het Westen veel invloed heeft met haar nadruk op de vrije markt, een kleine overheid en zo min mogelijk regels.

armoedegrens: het bedrag dat je minimaal nodig hebt om te kunnen rondkomen; als je daaronder zit, ben je ‘officieel’ arm
negatief vermogen: schulden
netto: wat je aan inkomen overhoudt als je belasting hebt betaald
neoliberalisme: stroming die vindt dat een samenleving het rijkst wordt als mensen en bedrijven zo veel mogelijk met elkaar concurreren en er zo min mogelijk regels van de overheid zijn
toeslagen: extra geld van de overheid om te helpen met kosten, zoals huur of zorg
uitkering: geld dat je van de overheid krijgt als je geen werk hebt of ziek bent
verborgen armoede: mensen die in armoede leven, maar niet bekend zijn bij gemeenten en geen gebruik maken van bestaande armoedevoorzieningen
vermogen: alle bezittingen van mensen, zoals een koophuis, een bedrijf, spaargeld en beleggingen
welvaart: hoe goed mensen in een land leven, vooral als het gaat om geld

Benieuwd naar de volledige les, inclusief vormgeving en opdrachten?

Bekijk hier de preview van WHY Stories thema Arm & Rijk en ontdek hoe de les Van straatarm tot steenrijk er in zijn geheel uitziet!

Voor de ontwikkeling van het themanummer Arm & Rijk sloegen Creathlon en SKB Nederland de handen ineen

Met dit magazine brengen Creathlon en SKB Nederland dit maatschappelijke thema onder de aandacht van middelbare scholieren. Kansengelijkheid is immers een thema dat álle leerlingen raakt: zowel degenen die in de toekomst een kans verdienen, als degenen die later een kans kunnen geven.

In WHY Stories worden maatschappelijke thema’s door middel van verhalen gekoppeld aan de leefwereld van jongeren. De methode combineert burgerschap, filosofie, levensbeschouwing en persoonlijke ontwikkeling en maakt complexe onderwerpen toegankelijk en bespreekbaar in de klas. Meer informatie over de WHY-methode is te vinden op hun website.