Samen werken aan gelijke kansen – doe mee aan de hackathon!

Op het Gelijke Kansen Event gaan we tijdens de hackathon over de grenzen van sectoren, regio’s en perspectieven heen – werken aan 16 concrete oplossingen: van lokale initiatieven tot landelijke doorbraken. 
Een onafhankelijk team selecteerde 16 vraagstukken rondom kansengelijkheid. Benieuwd welke dat zijn? Bekijk ze hier!

Vraagstuk 1.

Hoe creëren we gelijke kansen voor jonge nieuwkomers in het doorschakelen naar vervolgonderwijs?

Vanuit de Internationale Schakelklassen (ISK) stromen jonge nieuwkomers door naar het reguliere onderwijs, maar dit verloopt vaak moeizaam. Regionale verschillen en het ontbreken van een netwerk maken het moeilijk om passende begeleiding te bieden. Door beperkte kennis van het onderwijssysteem en taalachterstanden worden zij regelmatig te laag ingeschaald, wat hun motivatie en toekomstkansen beïnvloedt. De begeleiding in het vervolgonderwijs sluit bovendien niet altijd aan, vooral op het gebied van NT2-ondersteuning. Hun eigen onzekerheid en de soms vijandige houding van leeftijdsgenoten helpt niet mee bij een ‘zachte landing’. Tijdens dit vraagstuk onderzoeken we hoe deze overgang beter kan worden vormgegeven, zodat nieuwkomers hun talenten kunnen benutten en gelijke kansen krijgen in het onderwijs.

Door: Hemmo Bruinenberg | Common Frames

Vraagstuk 2.

Hoe kunnen we samenwerken aan kansengelijkheid in een veranderende onderwijscontext?

De samenleving verandert: scholen zien steeds meer diversiteit in thuistalen en opvoedstijlen, terwijl demografische krimp en lerarentekorten de onderwijskwaliteit onder druk zetten. Hoe kunnen scholen samen met gemeenten, jeugdhulp, welzijnsorganisaties en het bedrijfsleven duurzame en inclusieve oplossingen creëren zodat elke leerling gelijke kansen krijgt? Denk mee, deel je ideeën en werk samen aan innovatieve strategieën die onderwijs toekomstbestendig én kansrijk maken voor iedereen.

Door: Michel Moolenaar | De Rooi Pannen

Vraagstuk 3.

Hoe verheffen we de geweldige inzichten uit talloze initiatieven tot stelselverandering?

In heel Nederland werken gemeenten, scholen en maatschappelijke partners aan gelijke kansen – vaak los van elkaar. Succesvolle aanpakken bestaan, maar blijven lokaal, terwijl jeugdzorg onbetaalbaar is, preventie nodig, schooluitval en mentale problemen hoog. Hoe kunnen we al deze inzichten benutten om tot een fundamenteel herontwerp van het stelsel te komen? Hoe verbinden we initiatieven, delen we kennis en zorgen we dat wat werkt, landelijk impact krijgt? Denk mee, deel ervaringen en bouw samen aan een toekomstbestendig onderwijs- en jeugdsysteem waarin elk kind gelijke kansen krijgt.

Door: Tom Snelting | B&T Onderwijsadviesbureau

Vraagstuk 4.

Hoe zorgen we voor kansengelijkheid als extra buitenschoolse activiteiten afhankelijk zijn van incidentele financiering?


Door de nieuwe regels rond de vrijwillige ouderbijdrage wordt het voor scholen met veel leerlingen uit financieel beperkte milieus steeds moeilijker om buitenschoolse activiteiten, zoals reizen en excursies, te organiseren. Minder ouders betalen, waardoor scholen met de kosten blijven zitten. Sommige scholen schaffen de ouderbijdrage af en/of krijgen van het bestuur een vaste bijdrage per kind. Het gevolg: juist mínder kansen voor leerlingen op scholen met veel gezinnen met een kleine portemonnee. Zo vergroten de regels de ongelijkheid in plaats van die te verkleinen. Hoe kunnen we het systeem aanpassen zodat álle leerlingen kunnen meedoen, ongeacht inkomen, en buitenschoolse activiteiten bijdragen aan kansengelijkheid in plaats van uitsluiting.

Door: Babette Kuijer | Segbroek College

Vraagstuk 5.

Hoe gaan we ermee om dat mensen wel kinderarmoede willen aanpakken maar niet hun ouders willen helpen?

Iedereen is het erover eens: kinderarmoede moet worden aangepakt. Maar wat als we daarbij wegkijken van de ouders? Hulp aan kinderen zonder hun gezin écht te ondersteunen is dweilen met de kraan open. Hoe doorbreken we het taboe op armoede bij ouders, en creëren we een aanpak waarin we niet alleen kinderen helpen, maar hele gezinnen versterken? Denk mee over duurzame oplossingen die armoede bij de bron aanpakken in plaats van bij de gevolgen te beginnen.

Door: Lotte Meerhoff | Stichting Armoedefonds

Vraagstuk 6.

Hoe versterken we kwaliteit en professionaliteit in een versnipperd speelveld om kansengelijkheid te vergroten?

ASML heeft de ambitie om de kansengelijkheid voor kinderen in de Brainportregio te vergroten. Daarbij werken we samen met uiteenlopende organisaties die door het aanbieden van naschoolse activiteiten bijdragen aan dit doel. We zien echter dat de sector versnipperd is: aanbieders verschillen sterk in bereik, aanpak, kwaliteit en samenhang. Voor ons én scholen een ingewikkeld mechanisme. Om onze ambitie waar te maken en significante impact te creëren zijn kwaliteit en schaalbaarheid van interventies essentieel. In het huidige speelveld is het een uitdaging om partners te vinden die aan beide kunnen voldoen. Hoe komen we tot gezamenlijke aanpak met initiatieven van hoge kwaliteit die schaalbaar zijn, elkaar versterken en daadwerkelijk bijdragen aan kansengelijkheid? Wat is daarvoor nodig, en welke rol kunnen verschillende partijen hierin spelen?

Door: Jeldau Rieff | ASML

Vraagstuk 7.

Hoe geef je als school met achterstandsscore 0 vorm aan kansengelijkheid?


Het Limus College in Utrecht heeft hoge verwachtingen van leerlingen en werkt met een verlengde, heterogene brugklas en sterke ondersteuning. Toch willen ze verder: hoe geven ze binnen een school met achterstandsscore 0 écht vorm aan kansengelijkheid? Hoe gaan ze om met prestatiedruk van ouders en leerlingen, en met de aanname dat “onze leerlingen het wel redden”? Ook bij ons spelen verborgen armoede en complexe thuissituaties. Hoe kunnen ze, binnen het inspectiekader dat scholen oproept gelijke kansen te bevorderen (SKA1+OP2), kansengelijkheid zichtbaar en betekenisvol maken voor álle leerlingen?

Door: Jony Ferket | Limus College

Vraagstuk 8.

Hoe kun je als school aan een burgerschapsecosysteem bouwen waarin alle partijen verantwoordelijkheid nemen zonder dat alles op bordje van school komt?

Vanuit Academie10 spelen wij als school een cruciale rol in burgerschapsvorming, maar kunnen het niet alleen. Hoe bouwen we aan een burgerschapsecosysteem waarin ook ouders, buurtorganisaties, gemeenten, sportverenigingen, maatschappelijke organisaties en bedrijven verantwoordelijkheid nemen voor de ontwikkeling van jongeren? Een netwerk waarin burgerschap niet iets is dat “op school gebeurt”, maar een gezamenlijke opgave van de samenleving. Hoe creëren we duurzame samenwerking, gedeeld eigenaarschap en wederkerigheid – zonder dat alles op het bordje van de school belandt? Denk mee over hoe we samen een ecosysteem bouwen waarin jongeren leren meedoen, bijdragen en betekenisvol deel uitmaken van hun gemeenschap.

Door: Berdien van der Wilt | Academie Tien

Vraagstuk 9.

Hoe komen we van een selectie- naar een talentenmaatschappij?

Onze samenleving kent een sterke toets- en selectiecultuur waarin cognitieve talenten vaak de norm zijn. Maar wat als we de stap maken van een selectie- naar een talentenmaatschappij? Kinderen verdienen de ruimte om hun cognitieve, praktische, sociale en creatieve talenten te ontwikkelen op hun eigen manier. Dat vraagt om allerlei initiatieven zodat álle kinderen de kans krijgen hun potentieel te tonen. Te beginnen in het onderwijs. Hoe kunnen we daar de stap zetten naar een talentmaatschappij? Wie kunnen hier lokaal en landelijk verandering in brengen?  Denk mee over een toekomst waar kinderen en jongeren het verdienen om op school de mogelijkheden te krijgen hun uiteenlopende talenten (cognitief, praktisch, sociaal en creatief) te ontwikkelen op een manier die bij hen past. 

Door: Bert Roes samen met Leilah Uebel (Gemeente Utrecht) en Karen Heij (Zelfstandig Toetsexpert | Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Vraagstuk 10.

Hoe pakken we schoolsegregatie écht aan?

Schoolsegregatie vergroot ongelijkheid: leerlingen met vergelijkbare achtergronden zitten vaak bij elkaar, waardoor kansengelijkheid afneemt en sociale cohesie onder druk staat. Kinderen leren minder goed samenwerken in diverse teams en zich in te leven in anderen. Terwijl de samenleving diverser wordt, neemt bubbelvorming toe en blijft het Nederlandse basisonderwijs relatief sterk gesegregeerd. Gemeenten proberen oplossingen zoals centrale aanmeldpunten, maar niet elk systeem werkt even goed. Hoe kunnen we schoolsegregatie effectief aanpakken, diversiteit in klaslokalen bevorderen en gelijke kansen voor alle kinderen creëren? Denk mee en help bouwen aan een inclusiever onderwijsstelsel.

Door: Floris Burgers | Radboud Universiteit Nijmegen

Vraagstuk 11.

Hoe kunnen we kansengelijkheid vergroten bij de overstap van de basisschool (PO) naar de middelbare school (VO)?

In het huidige systeem wordt vaak al vroeg geselecteerd (bijv. via schooladvies, toetsing, taalnormen), waarbij leerlingen met gelijke capaciteiten niet gelijke kansen krijgen. Sociale, culturele en economische factoren spelen een grote rol. Bij de overstap naar de middelbare school zien we ook dat o.a. leerlingen met migratieachtergrond, meisjes nog steeds ondergeadviseerd worden. Vooroordelen zijn menselijk, maar spelen helaas nog steeds een rol waardoor sommige kinderen toch een andere start krijgen. Hoe zouden we hier, binnen het huidige systeem, aan kunnen werken?

Door: Robin Teunisse | Onderwijs Consumenten Organisatie (OCO)

Vraagstuk 12.

Hoe bouwen we doorlopende ondersteuning en aanbod voor kinderen en jongeren?

Sociaal-maatschappelijke programma’s bieden kinderen waardevolle kansen, maar zodra programma’s stoppen of jongeren van school wisselen, verdwijnt vaak de aansluiting. Hoe kunnen maatschappelijke organisatie – samen met scholen, gemeentes, welzijnsorganisaties, bedrijven en jongeren zelf – een doorlopend begeleidingsnetwerk van 8 tot 24 jaar opzetten? Een netwerk waarin jongeren in beeld blijven en eventuele laagdrempelig begeleiding blijven krijgen, totdat ze op eigen benen staan. Denk mee over een continu systeem dat kansen en ondersteuning structureel borgt voor iedere jongere.

Door: Willemijn Gnirrep | Petje Af Nederland

Vraagstuk 13.

Hoe bereik je de juiste doelgroep en hoe betrek je ouders?

Hoe betrek je ouders écht bij initiatieven en het creëren van gelijke kansen voor hun kinderen? Binnen het programma Gelijke Kansen ’s-Hertogenbosch zoeken we naar manieren om ouders actief te betrekken bij projecten en activiteiten.Daarnaast vragen we ons af hoe we de juiste doelgroep bereiken en geen kinderen en jongeren vergeten die niet in beeld zijn.

Door: Matthieu Boeren | Gemeente ‘s-Hertogenbosch

Vraagstuk 14.

Hoe creëren we voor een groeiend aantal thuiszitters (maatwerk)routes om tot leren te komen?

In een ideaal onderwijssysteem is er plek voor ieder kind ongeacht achtergrond, talent of thuissituatie. De werkelijkheid is anders: zo’n 70.000 kinderen zitten thuis en voor 280.000 is er geen passend aanbod. Jongeren met ASS, ADHD, hoogbegaafdheid of armoede ervaren structurele drempels. Willen we geen thuiszitters meer, dan is systeemverandering nodig maar dat kost tijd. Hoe kunnen we nú maatwerk en flexibele leerroutes creëren, ook buiten het reguliere systeem, zodat deze jongeren morgen weer perspectief hebben? Denk mee over oplossingen die kansengelijkheid direct dichterbij brengen.

Door: Paul van Harn & Pim van Eijkeren | Expertisecentrum voor Zorg en Onderwijs (ECZO)

Vraagstuk 15.

Hoe kunnen scholen hun ambities op het gebied van kansengelijkheid waarmaken als de vrij besteedbare financiële ruimte vanuit gemeente en overheid onvoldoende toereikend is?

De ene gemeente voert een actiever kansengelijkheidsbeleid dan de andere. Daardoor verschilt niet alleen waar je geboren wordt, maar ook wáár je naar school gaat in de kansen die je krijgt. Het Rijswijks Lyceum ervaart dit dagelijks: minder toegang tot vrij financiële middelen dan scholen in de buurtgemeente terwijl leerlingen overal evenveel recht hebben op gelijke kansen. Hoe kunnen scholen binnen hun eigen cirkel van invloed tóch het verschil maken? Welke creatieve oplossingen, samenwerkingen of initiatieven kunnen helpen om ongelijkheid tussen gemeenten te doorbreken, kansengelijkheid van binnenuit te versterken en voldoende toegang tot structurele ondersteuning te krijgen?

Door: Denise Roggeveen | Rijswijks Lyceum

Vraagstuk 16.

Hoe vergroten we de betrokkenheid van mbo-studenten bij hun opleiding, de samenleving en hun eigen toekomst, zodat zij zich gehoord, gewaardeerd en invloedrijk voelen?

Veel mbo-studenten voelen zich onvoldoende gehoord of gezien in hun opleiding, in beleid of in de samenleving. Terwijl juist zij de vakmensen van de toekomst zijn. Hoe kunnen scholen, bedrijven en gemeenten samen zorgen dat jongeren in het mbo écht betrokken raken? Niet alleen als uitvoerders, maar als mede-ontwerpers van hun leer- en leefomgeving? Denk mee over hoe we mbo-studenten een stem geven in beleid, onderwijs en de samenleving – en hoe hun betrokkenheid kan leiden tot meer motivatie, eigenaarschap en kansengelijkheid.

Door: Maritta Versnel | Albeda College